16.01.13 CARE helpt vluchtelingen in Goma, DR Congo
Claudine werd gedwongen haar huis in Bweremana te verlaten, een dorp op het grondgebied van Masisi. Daar en in de omliggende gebieden van Noord-Kivu laaide het geweld in mei opnieuw op tussen gewapende groepen en het leger. De familie van Claudine is zo snel het huis uit gevlucht dat ze elkaar uit het oog zijn verloren. Claudine heeft onderdak in een kamp buiten Goma gevonden, maar ze heeft geen idee waar haar ouders, broers en zussen heen zijn gegaan.
Toen ze in het nabijgelegen nationale park op zoek ging naar hout om een hut te bouwen, werd ze benaderd door twee bewakers met stokken.
“Ze zeiden dat ik geen hout mocht hakken en ze vroegen me mijn kapmes te overhandigen", zegt Claudine. Een van de mannen liep toen weg. De andere man pakte Claudine met geweld, scheurde haar kleren van haar lijf en verkrachtte haar.
Dit soort situaties komen erg vaak voor in Oost-Congo. Vrouwen en meisjes zijn gedwongen om buiten hun kampen of dorpen, stokken of brandhout te verzamelen. Bij het lopen van lange afstanden in hun eentje, zijn ze een makkelijk doelwit voor aanvallen en verkrachting.
"Toen ik terug naar het kamp ging, heb ik er niet over gesproken. Ik schaamde me." Herinnert Claudine zich. "Twee maanden later was ik nog steeds niet lekker, dus ik besloot hulp te zoeken. In het ziekenhuis kwam ik erachter dat ik zwanger was."
Door een nieuwe golf van gevechten in en rond Goma in november, moest Claudine het kamp tijdelijk verlaten. Toen ze een paar dagen geleden terugkwam, was haar hut verwoest en haar weinige bezittingen waren gestolen. Ze brengt haar nachten door bij vrienden of buren die haar soms onderdak kunnen geven. Overdag, als ze probeert om een beetje geld te verdienen, neemt ze haar bezittingen mee. Het gewicht hiervan veroorzaakt rugpijn en is een gevaar voor haar ongeboren kind.
In het oosten van Congo wordt verkrachting gebruikt als oorlogswapen. Het verwoest niet alleen van talloze vrouwen het leven, maar verscheurt ook families en gemeenschappen. Ondanks de grote gevallen van verkrachting, worden de overlevenden nog steeds ernstig gestigmatiseerd. Echtgenoten, families en gemeenschappen discrimineren de overlevenden vaak vanwege de schaamte die dit met zich meebrengt. Als gevolg van de angst voor isolatie en stigmatisering, durven de overlevenden vaak niet te praten over hun ervaringen en vragen bijna nooit om hulp.
Bovendien is seksueel en op gender gebaseerd geweld ook in de samenleving geworteld. Meer dan de helft van de mannen die zich schuldig maakt aan seksueel geweld in Noord-Kivu was volgens de Verenigde Naties in de eerste zes maanden van 2012 een gewone burger. De regio wordt gedomineerd door scheve ideeën over verkrachting en steun aan de mannen die zich schuldig maken aan verkrachting van vrouwen, aangetoond in een recente studie van Promundo en Sonke Gender Justice Network.
Om overlevenden, zoals Claudine, de steunen met tijdige en adequate medische en psychosociale hulp, traint CARE de hulpverleners in kampen en dorpen om seksueel en op gender gebaseerd geweld te herkennen. Mensen uit de gemeenschap organiseren activiteiten en verspreiden informatie om het taboe van seksueel geweld te doorbreken en overlevenden te bereiken zodat ze hulp kunnen vragen. CARE traint deze mensen in drie kampen rond Goma ook het kamp van Claudine. CARE biedt ook psychosociale hulp en medische ondersteuning aan gezondheidscentra, zoals post-exposure profylaxe kits en antibiotica om de overdracht van hiv en andere seksueel overdraagbare infecties en ziekten te voorkomen.
Medische en psychosociale hulpverlening zijn van cruciaal belang om overlevenden te helpen. Maar ze willen ook weer economisch sterk zijn en een respectabele positie in hun gemeenschappen herwinnen. Daarom ondersteunt CARE overlevenden en andere kwetsbare mensen en vormt groepen waarmee de mensen worden geholpen kleine activiteiten te starten waarmee ze geld kunnen verdienen. Claudine maakt deel uit van dit programma. CARE biedt ook sociaal-economische ondersteuning door de spaar- en leengroepen, zodat arme gemeenschappen collectief geld kunnen sparen en kleine bedrijven kunnen starten.
Na het contact met CARE-medewerkers is Claudine van plan om het gezondheidscentrum te bezoeken voor een regelmatig onderzoek van haar zwangerschap en om zich te laten behandelen voor de pijn in haar buik die ze sinds haar aanval heeft. Ze maakt nu ook deel uit van een van de groepen, ze hoopt genoeg te kunnen sparen voor een reis terug naar haar geboortedorp. Iemand heeft haar verteld dat haar moeder is gezien, terwijl ze dit zegt is haar gezicht voor het eerst iets vrolijker. De gedachte aan het weerzien met haar moeder geeft haar hoop in deze wanhopige tijd.
* Om haar te beschermen is de echte naam van Claudine niet gebruikt