10.02.14 Een lezer schrijft over de ontwikkelingen in Katanga…

“Ik heb zo juist op het IRIN-nieuws een artikel gelezen omtrent de driehoek van de dood Mitwaba-Manono… rijk in mineralen. Zo’n driehoek bestaat nu ook in de omgeving van Lubumbashi. De chefferie namelijk van Shindaika is grotendeels bezet door de Katakatanga. Op enkele kilometers achter de concessie van Shemaf (Ruashi) begint hun gebied. Ze hebben er barrières die beletten het leger te passeren. Op weinig afstand hebben ook de militairen hun barrages en zo kijken ze van ver naar elkaar. Het dorp Kilobelobe dat traditioneel ook tot Shindaika behoorde is nog vrij maar er zijn op dat gebied meerdere barrages van Congolese soldaten die de mensen die willen passeren hun identiteitskaart vragen plus 500 FC, voor elke doorgang.”

“Stroomafwaarts van de Kafubu, vanaf Lyambala (het dorp na Kiposa, op de linkeroever van de Kafubu), zijn de Katakatanga ook meester en hebben ze de mensen uit hun dorpen verjaagd zoals in de streek van Shindaika. Die mensen moeten naar de stad vluchten en hun velden verlaten. Het is een streek waar sinds 1970 de missie van Sambwa een intense landbouwontwikkeling bevorderd had. Vanaf Lyambala tot aan Mulyashi moeten de Katakatanga meester zijn. De mensen kunnen er niet blijven want in geval het leger er binnen valt schieten ze op alles wat beweegt want de Katakatanga onderscheiden zich niet van de gewone burgers.”

“Sommigen zeggen dat de Bakakatanga gevoed worden vanuit de stad en met wat de mensen achtergelaten hebben. U weet uit de pers wie als sponsor aangeduid wordt. Maar ik heb ook mijn indruk in verband met die zaak. Dat de Katakatanga daar zouden zijn voor de onafhankelijkheid van Katanga lijkt me een pure leugen.”

Volgens mij is er iets anders aan de hand. In de koloniale tijd werd het zuiden van Katanga gereserveerd voor de mijnindustrie. De administratie bevorderde de landvlucht en wilde niet dat er grote agglomeraties kwamen of grote ondernemingen. Alles was gereserveerd voor de UMHK. Sinds de tijd van Mobutu, vooral met de zaïrisering, kwam er erge honger in stad en kwamen er heel wat dorpjes buiten Lubumbashi die leefden van landbouw. Met Joseph Kabila en de mijnexplosie in Katanga zijn er van alle kanten mensen naar de mijnstreek gekomen en zag je het fenomeen van de “creuseurs” die het de mijnbouwbedrijven lastig maken bij de ontginning. De dorpjes verhuizen vergt ingewikkelde procedures en veel geld. De aankomst van de Katakanga speelt in de kaart van die mijnbouwbedrijven.”

“De creuseurs en de dorpsbewoners worden zonder proces uit hun woningen verdreven en het land is verlaten, vrij dus van procedures in geval van exploitatie door bedrijven. Dit alles mag ons niet doen vergeten dat die aanwezigheid van de Katakatanga gewild is door bepaalde belangen die daarin een gewenste hulp vinden bij haar politiek.”

“Zo wordt verteld dat er in de heuvels tussen Lubumbashi en Kipushi recent goud gevonden is en dat de mensen gedwongen werden om hun dorpen te verlaten zonder proces of schadevergoeding.”

“Van dit alles wordt absoluut niets gezegd in de pers. En er wordt niet serieus opgetreden tegen de Katakatanga.”

Bron: een trouwe lezer van CongoForum die graag anoniem blijft.

Leave a Comment

You must be logged in to post a comment.