Militaire verzoening tussen Congo, Rwanda, Burundi en Oeganda: een alliantie die bang maakt (CongoForum)
KINSHASA – Om de diverse gewapende groepen in Oost-Congo te kunnen verslaan, hebben de Congolese strijdkrachten besloten om toenadering te zoeken tot de legers van Oeganda, Rwanda en Burundi; buurlanden die in het niet al te verre verleden nog troepen stuurden die als bezettingstroepen werden ervaren. Alles wijst erop dat troepen uit de drie buurlanden binnenkort de grenzen zullen oversteken om de FARDC te helpen in hun strijden tegen rebellen en milities. “Gezien het turbulente verleden van die uithoek van de Republiek, is het initiatief angstaanjagend”, schrijft de Congolese krant Le Potentiel. “Het scepticisme groeit”.
Toen de destabilisering van Oost-Congo begon, was er een massale toestroom van Rwandese vluchtelingen – na de vreselijke genocide in Rwanda in 1994. Zowel Rwandese burgers als gewezen soldaten vluchtten destijds naar Congo. Sommige vluchtelingen, die zich bedreigd voelden door de nieuwe machthebbers in Kigali, bundelden hun krachten door een nieuwe gewapende beweging op te richten, de FDLR.
Kigali bekeek de reorganisatie van de Rwandese vluchtelingen in Congo met afkeuring en argwaan. In 1996 werd de Alliantie van Democratische Krachten voor Bevrijding (AFDL) opgericht,met de zegen van Rwanda, Oeganda en Burundi. Minder dan een jaar later, in mei 1997, beleefden de AFDL-troepen met Laurent-Désira Kabila hun triomfantelijke intocht in Kinshasa. Dat betekende het einde van het bewind van Mobutu.
Sinds de massale oversteek van vluchtelingen belandde het oosten van Congo in een helse spiraal, met enerzijds een fragiele vrede en anderzijds ook veel onveiligheid. Het AFDL kreeg veel steun van de buurlanden, maar ook dat loste de problemen niet op. 25 jaar na de komst van de eerste Rwandese vluchtelingen zijn vrede en veiligheid nog altijd een schaars goed in Oost-Congo.
In deze ‘zachte onderbuik’ van Congo ontstonden allerlei milities en gewapende groepen, wat de onveiligheid uiteraard aanwakkerde. Sinds 1996 groeide het verzet in het oosten. Er ontstonden ook groepen voor zelfverdediging. Dit alles vormde een soort Molotov-cocktail. Zonder de Rwandese FDLR-rebellen te vergeten die nog steeds actief zijn in de geïsoleerde uithoeken van het oosten.
Eerst vrede, dan ontwikkeling
Félix Tshisekedi, die sinds januari van dit jaar president is, wil de orde in Oost-Congo herstellen. Hij beseft dat de fragiele vrede en de instabiliteit daar een serieus obstakel zijn voor alle inspanningen om tot ontwikkeling te komen. In die geest vertrekt Tshisekedi van het idee dat er eerst vrede moet zijn in heel het oosten van het land, om daarna een nationale ontwikkelingsstrategie uit te voeren.
De president lijkt vastbesloten om een duurzame vrede te stichten in Oost-Congo. Hij wil daarbij de buurlanden Rwanda, Oeganda en Burundi betrekken bij de inspanningen. Dat is geen gemakkelijke weg, want in het oosten lopen de Congolezen vaak niet hoog op met de buurlanden, die worden geassocieerd met jarenlange interventies en instabiliteit.
In de afgelopen 25 jaar is Congo nooit vergeten welke schade het heeft geleden door zich gastvrij op te stellen, stelt Le Potentiel. Het volk is niet bereid om te vermijden hoe miljoenen landgenoten om het leven kwamen als gevolg van de oorlog met het AFDL, logistiek gesteund door Rwanda, Oeganda en Burundi.
Schrik van de oude beulen
Opmerkelijk genoeg wendt Tshisekedi zich nu tot de beulen die meer dan 20 jaar terug diepe wonden sloegen in Oost-Congo. Mensenrechtenverdediger Jean-Claude Katende stelt zich daar vragen bij, en hij is zeker niet de enige.
Advocaat Katende van de mensenrechtengroep ASADHO: “Wil de Congolese regering ons met de nieuwe coalitie vertellen dat ons eigen leger en de VN-vredesmacht (Monusco) niet bij machte zijn om een einde te maken aan de activiteiten van gewapende groepen in Oost-Congo? Zo ja, waarom behouden we Monusco dan nog? Heeft de Congolese regering rekening gehouden met het verleden van deze Rwandese, Burundese en Oegandese troepen in de DR Congo? Waarom heeft de Congolese regering geen Angolese of Tsjadische troepen gevraagd? Heeft de Congolese regering rekening gehouden met de Congolese publieke opinie, met name in het oosten, over de terugkeer van troepen uit buurlanden die jarenlang vele doden hebben gemaakt en onze natuurlijke rijkdommen hebben geplunderd? Zijn de Nationale Assemblee en de Senaat op de hoogte van het akkoord over de oprichting van de coalitie met de buurlanden”. Vragen die niet zo simpel te beantwoorden zijn.
Al met al zou de beslissing om een beroep te doen op Rwandese, Oegandese en Burundese troepen voor een snelle terugkeer naar vrede in het oosten, doen twijfelen, of beter, schrik aanjagen. Jean-Claude Katende zegt het zo: “De terugkeer van troepen uit landen die nog altijd de ambitie hebben om onze natuurlijke rijkdommen te controleren, is geen goede zaak”.
En Le Potentiel besluit: “Kinshasa doet er beter aan zijn positie te heroverwegen. Voor het te laat is”.
© CongoForum, 18.10.19 (rok)
Beeld: Jean-Claude Katende (ASADHO)
Bron: Mediacongo