Mensenrechten nog steeds zwaar onder druk na één jaar Tshisekedi (Amnesty International)
BRUSSEL – Onveiligheid en straffeloosheid blijven een jaar na het aantreden van president Felix Tshisekedi grote uitdagingen voor de mensenrechten in de Democratische Republiek Congo.
“President Tshisekedi heeft enkele positieve stappen ondernomen, zoals het pardonneren van gevangenen die om politieke redenen vastzaten en het naar de DRC laten terugkeren van kritische stemmen. Zijn regering bleef echter zwaar in gebreke op vlak van aansprakelijkheid voor ernstige misdaden. Krijgsheren en anderen die verdacht worden van vreselijke misbruiken zijn nog steeds op vrije voeten”, zegt Deprose Muchena, Amnesty’s directeur voor het oosten en zuiden van Afrika.
“Vreedzame protesten worden ook brutaal onderdrukt wat ernstige vragen doet rijzen bij het respect van de Congolese autoriteiten voor het recht op vrije meningsuiting en op vreedzaam protest.”
Amnesty International roept Belgisch premier Sophie Wilmès op om mensenrechten tijdens haar bezoek aan Congo, begin februari, hoog op de agenda te zetten.
Brutaliteit tegen betogingen
De mensenrechtenorganisatie merkt op dat vreedzame protesten op diverse momenten werden verboden of met geweld uiteengedreven.
Op 17 januari 2020 werden bijeenkomsten van opposant Martin Fayulu in zes steden verboden. In Kinshasa en Kinden werden zulke bijeenkomsten met geweld uiteengedreven, waarbij minstens vijf gewonden vielen.
In november 2019 werden in Beni minstens 10 betogers doodgeschoten door Congolezen of personeel van de Verenigde Naties. Deze betogers protesteerden tegen slachtpartijen die werden aangericht door rebellen. Slechts een handvol schutters werd vervolgd in verband met de repressie van de voorbije 15 maanden of tijdens de electorale crisis (sinds 2015).
Alle autoriteiten en alle onderdelen van het veiligheidsdapparaat moeten de mensenrechten van vreedzame actievoerders respecteren, beschermen en bevorderen, zegt Deprose Muchena. Diegenen die worden verdacht van excessief geweld moeten voor de rechter verschijnen.
Oosten van Congo
In het oosten van Congo is nog altijd sprake van geweld tussen gemeenschappen en gewapende conflicten. Dit geweld kostte aan honderden mensen het leven en maakte duizenden burgers dakloos.
In de streek van Beni stierven tussen 30 oktober 2019 en 16 december 2019 minstens 206 burgers door aanvallen van de Oegandese ADF-rebellen. In Djugu (Ituri) en op de hoogvlaktes in Zuid-Kivu draagt de bevolking ook de gevolgen van geweld tussen bevolkingsgroepen en gewapende conflicten. Ook daar zijn er doden, ontheemden, gewonden en voelen de mensen zich aan hun lot overgelaten.
Amnesty blijft bezorgd over de veiligheid van de burgers in Oost-Congo, ook al beloofde Tshisekedi herhaaldelijk dat hij de onveiligheid zou aanpakken. “De mensen hebben nu genoeg beloftes gehoord, ze willen dat hun levens effectief worden beschermd”.
Het Congolese leger kon circa 3.000 Rwandese en Congolese rebellen ontwapenen in de Kasaï, Ituri, Maniema en Noord- en Zuid-Kivu. Meer dan 1.500 familieleden van Rwandese rebellen werden gedwongen gerepatrieerd naar Rwanda, ook al waren zij meestal vluchtelingen. De Congolese autoriteiten liggen niet wakker van het welzijn van rebellen die zich overgeven. Sommige van deze ex-rebellen sterven zelfs van de honger in de kampen waar ze worden verzameld, zo blijkt.
Choquerende uitspraak
In september 2019 choqueerde president Tshisekedi met de uitspraak dat hij ‘niet wilde rommelen in het verleden’. Tshisekedi vond het niet nodig of wenselijk om verantwoordelijken voor vroegere schendingen van de mensenrechten te vervolgen en berechten. “In de afgelopen twaalf maanden heerste er straffeloosheid”, aldus Amnesty. Er waren maar heel weinig onderzoeken of processen over schendingen van de mensenrechten”.
In november 2019 schreef een hooggeplaatste medewerker van Tshisekedi naar de Congolese rechtbanken met de vraag om aanhoudingsbevelen tegen verantwoordelijken van de vroegere M23-rebellen ‘op te schorten’. Volgens Deprose Muchena is Tshisekedi door de Grondwet verplicht om erover te waken dat daders rekenschap afleggen voor huidige of vroegere (mis)daden. Het kan niet de bedoeling zijn om de vrede te verzekeren door de gerechtigheid aan de kant te schuiven, is de boodschap.
Krijgsheren
In juni 2019 vaardigde een militaire rechtbank een aanhoudingsbevel uit tegen krijgsheer Guidon Shimiray Mwissa die kindsoldaten ronselde en ook verantwoordelijk werd geacht voor verkrachtingen. Dat aanhoudingsbevel moet nog in de praktijk worden gebracht.
Guidon Shimiray Mwissa loopt nog vrij rond, net als krijgsheer Gédéon Kyungu Mutamba, die in 2009 werd veroordeeld wegens oorlogsmisdaden en misdrijven tegen de menselijkheid. In 2011 ontsnapte Gédéon uit de gevangenis. In 2016 gaf hij zich zogezegd over aan de autoriteiten, maar de man is in werkelijkheid nog altijd vrij en is zelfs actief in de Katangese politiek.
Tegen krijgsheer Ntabo Ntaberi Cheka loopt sinds november 2018 een rechtszaak. Maar dat proces sleept wel aan.
‘Jaar van actie’
Amnesty herinnert eraan dat 2020 voor Tshisekedi ‘het jaar van actie’ zou worden. Zijn regering moest justitie in ere herstellen, de naleving van de mensenrechten verzekeren en de wetten en regels doen respecteren. De mensenrechtenorganisatie drukt erop dat alle schendingen van de mensenrechten en alle misdaden op dit vlak moeten worden vervolgd en berecht. “Anders wordt het onmogelijk voor het Congolese volk om het trauma van de vroegere schendingen achter zich te laten”, luidt het.
Bron: persbericht Amnesty International, 24.01.20