Congolese zanger Koffi Olomide, ambassadeur van de Congolese cultuur, wil nationale dag van de Rumba (CongoForum)

KINSHASA- De Congolese zanger Koffi Olomide, die door de president van de Republiek is benoemd tot ambassadeur van de Congolese cultuur, heeft in zijn activiteitenprogramma de indiening van een wetsontwerp over de nationale dag van de Rumba gepland. Hij is van plan om op 21 juni a.s. ter gelegenheid van een muziekfestival naar de Senaat en de Nationale Assemblee te gaan met dit doel, bericht Actualité.cd.

Zijn motivatie is het feit dat de Congolese rumba op 14 december 2021 door de UNESCO is erkend in de representatieve lijst van immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid. Koffi zou graag zien dat er in de loop van het jaar een dag wordt gewijd aan de herdenking van deze typisch Congolese muziek die al generaties mee gaat.

Bij Actualité.cd hebben twee culturele deskundigen uit de juridische sector niet nagelaten te reageren op de juridische contouren van dit project. Randy Kalay, die ook cultureel animator is, is blij met het nieuws. Hij meent dat Koffi schatplichtig is aan deze muziekstijl, die hem internationaal beroemd heeft gemaakt. De heer Glody Muabila, advocaat bij de balie van Kwilu, heeft van zijn kant alleen maar waardering voor het initiatief.

Wat de procedure voor de instelling van een nationale herdenkingsdag betreft, herinnerde Randy Kalay eraan dat een wetsontwerp het initiatief is van de afgevaardigden. De strikte naleving van de procedure voor de uitoefening van de wetgevende functie is de enige kans voor de instelling van deze nationale dag van de Rumba.

Congolees burger

“Koffi Olomide kan als Congolees burger een wetsontwerp indienen, dat zal worden bekrachtigd door een of meer nationale afgevaardigden die het auteurschap op zich zullen nemen. Deze zal vervolgens worden voorgelegd aan het bureau van de Nationale Assemblee en voor advies worden doorgezonden aan de regering. De regering is verplicht uiterlijk 15 dagen na de datum van ontvangst advies uit te brengen”, zei hij.

Hij stelde ook voor dat de cultureel ambassadeur de nationale afgevaardigde Ados Ndombasi zou benaderen, zodat deze deze wet zou onderschrijven. De heer Glody Muabila zou de aandacht van het publiek willen vestigen op elke tegenstrijdigheid die kan ontstaan tussen een aangelegenheid die onder de wetgevende bevoegdheid valt en een aangelegenheid die onder de regelgevende bevoegdheid valt, ten einde de hiërarchie van de normen in acht te nemen, die een heilig beginsel van het rechtsstelsel is.

Zich baserend op de Grondwet, met name de artikelen 122, 202 en 203 betreffende de bij de wet te stellen regels, die welke uitsluitend onder de centrale macht ressorteren en die welke betrekking hebben op aangelegenheden die wedijveren tussen de centrale macht en de provincies, merkt hij op dat hij de institutionalisering van een herdenkingsdag niet ziet als een aangelegenheid die tot het wetgevende domein behoort.

“De institutionalisering van de feestdagen is een zaak van nationale regelgeving. Het is op dit niveau dat ik moet preciseren dat teksten die betrekking hebben op andere aangelegenheden dan die welke onder de wet vallen, verordeningen zijn overeenkomstig artikel 128 van de Grondwet. Bovendien kan elke tekst van wetgevende aard die op regelgevend gebied is aangenomen, bij decreet van de Eerste Minister worden gewijzigd indien het Constitutionele Hof, op verzoek van de regering, heeft verklaard dat zij van regelgevende aard is”, zei hij.

Hij voegde eraan toe:

“Uit het bovenstaande blijkt dat de normatieve basis voor de feestdagen in de DRC ordonnantie nr. 14/010 van 14 mei 2014 blijft, waarin de lijst van wettelijke feestdagen in de DRC wordt vastgesteld. Op voorstel van de minister van Arbeid kan de Nationale Arbeidsraad, de president van de Republiek gehoord, deze ordonnantie wijzigen door er een nieuwe feest- of gedenkdag aan toe te voegen, die niet noodzakelijk een betaalde feestdag hoeft te zijn. Het hangt allemaal af van de context.

Teruggeven waarde aan de rumba

Deze culturele figuren uit de juridische wereld zijn het erover eens dat de rumba moet worden gewaardeerd en via deze weg andere sectoren van de samenleving vooruit moet helpen.

“De Congolese rumba moet nu dus zijn adelbrieven krijgen van de Congolese bevolking. Naast de Congolese Rumba zou dit ook een gelegenheid zijn om bij het Congolese volk de smaak te doen herleven van het streven naar nationale trots op andere gebieden van het leven. Deze wijding, in dit geval, zou worden opgeroepen om deugden te ontwikkelen die bij alle Congolezen kunnen worden doorverkocht”, zegt Randy Kalay.

De heer Glody Muabila, betreurt de traagheid of zelfs het gebrek aan actie om het voor elkaar te krijgen.

“Sinds deze registratie is de situatie bitter omdat wij op onze lauweren rusten, terwijl deze labeling de DRC, in haar hoedanigheid van oorspronkelijke mede-depositaris, zou moeten motiveren om zich in te zetten voor de vrijwaring, de valorisatie en het beheer ervan, met als enige doel de economische, culturele en toeristische ontwikkeling te bevorderen”, zegt hij.

Andere in aanmerking te nemen voorstellen

Wat de andere voorstellen betreft die in aanmerking moeten worden genomen voor het welslagen van de missie van de ambassadeur van de Congolese cultuur, komt de heer Glody Muabila terug op een van de grootste problemen van de Congolese culturele sector: de goedkeuring van een cultuurbeleid.

“Het idee is goed, maar ik zou graag zien dat de culturele ambassadeur zich inzet voor de ontwikkeling van een cultureel en artistiek beleid in de DRC. We zullen alle goede wet- en regelgevingsinitiatieven in de culturele en creatieve sector hebben, maar zolang we het land geen echt cultuurbeleid geven, zullen al deze ideeën alleen in de droomwereld blijven”, denkt hij.

Hij voegt eraan toe:

“Geïnspireerd door de Europese Unie zou ik graag zien dat de DRC en de Republiek Congo zich ontwikkelen in het vooruitzicht van de opstelling van een kaderovereenkomst met betrekking tot het wederzijds mechanisme van bescherming, vrijwaring en verbetering, teneinde bij te dragen tot het welzijn van de bevolking en de verwachtingen van de bevolking.

Randy Kalay van zijn kant bracht de kwestie van het auteursrecht en de intellectuele eigendom ter sprake, een andere kwestie die veel inkt doet vloeien in het Congolese culturele landschap.

“Afgezien van zijn nobele idee om een nationale dag van de Congolese rumba in te stellen, stel ik ook voor dat hij de kwesties in verband met auteursrechten voor Congolese rumba-artiesten en andere scheppers van werken van de geest grondig bekijkt”, zei hij.

7 puntenprogramma

Op zaterdag 12 maart presenteerde Koffi Olomide zijn programma voor zijn eerste jaar als ambassadeur van de Congolese cultuur. Het zevenpuntenprogramma gaat op 15 april van start en zal een jaar duren, zowel in het binnen- als in het buitenland.

Hij is onder meer van plan te pleiten voor de teruggave van 8000 tijdens de kolonisatie geroofde muziekinstrumenten aan de DRC, de organisatie van een symposium over het school- en buitenschoolse boek over de geschiedenis van de rumba, de organisatie van een colloquium over actieve culturele diplomatie en de organisatie van een algemene conferentie over de muziekeconomie.

© CongoForum, 04.04.22

Beeld-bron: wikipedia

Leave a Comment

You must be logged in to post a comment.