Congobekken: spelers uit bosbouw doen te weinig voor lokale gemeenschappen (CongoForum)
KINSHASA – Is het duurzame beheer van bosconcessies een model dat op zijn laatste benen loopt?” Dat was de vraag die onderzoekers van het Centre for International Forestry Research (CIFOR) en het Centre for International Cooperation in Agronomic Research for Development (CIRAD) probeerden te beantwoorden tijdens een meeting op woensdag 5 juni in Kinshasa, in de marge van de 20ste vergadering van de leden van het Congo Basin Forest Partnership (CBFP). Volgens de onderzoekers van deze twee centra hebben sommige industriële houtexploitanten in het Congobekken geen oog voor de belangen van toekomstige generaties. Vandaar de noodzaak om andere exploitatiemethoden te overwegen.
Er werd in een aantal bosconcessies een toenemende ontbossing vastgesteld. Daarom zijn CIFOR en CIRAD van mening dat voor deze concessies naar andere exploitatie- of beheermethoden moet worden gezocht.
“De oplossing kan liggen in andere spelers die niet betrokken zijn bij industriële houtkap, vermits die nog steeds geen duurzaamheid aantoont,” zegt Guillaume Lescuyer, onderzoeker bij CIRAD en CIFOR. Een ander probleem dat de onderzoekers aan de kaak stellen, is de ontoereikende bijdrage van concessiehouders aan de sociaaleconomische ontwikkeling van lokale gemeenschappen en zelfs het niet nakomen van hun sociale verplichtingen.
“Volgens de wettelijke bepalingen worden ontwikkelingsfondsen opgericht en gefinancierd door heffingen op de productie. Deze heffingen variëren van 2 tot 5 dollar per m3. Dit zijn aanzienlijke financiële bedragen. Helaas zijn deze financiële volumes niet in staat om de trend op het gebied van armoedebestrijding te keren. De sociaal-economische ontwikkeling waarop gehoopt werd toen deze mechanismen werden ingevoerd, is uitgebleven. Daar zijn een aantal redenen voor, waaronder niet in de laatste plaats het lage niveau van de betalingen aan lokale gemeenschappen”, aldus Raphaël Tsanga, werkzaam bij CIFOR-ICRAF.
Als oplossing voor het tekort aan bijdragen van concessiehouders denkt men aan het combineren van de bijdragen van concessiehouders met een bijdrage van de overheden om zo de leefomstandigheden van gemeenschappen te verbeteren. “Het zijn de gecombineerde bijdragen van publieke en private partners die de situatie van de lokale bevolking aanzienlijk kunnen verbeteren”, denkt Raphaël Tsanga.
Artikel 89 van wetgeving over de bosbouw uit 2002 verplicht houders van kapconcessies om met de naburige bevolkingsgroepen over sociale clausules met betrekking tot bepaalde sociaaleconomische prestaties ten gunste van deze bosgemeenschappen te onderhandelen en te ondertekenen
Volgens een onderzoek dat in 2022 door CIFOR is uitgevoerd, is slechts 38% van de sociale clausules nageleefd door houtkapbedrijven in 5 provincies van de DR Congo. De studie gaat over de periode van 2011 tot 2020. Van de ruim 20,3 miljoen dollar die geïnvesteerd had moeten worden in lokale gemeenschappen en inheemse volkeren, is slechts 7,8 miljoen daadwerkelijk geïnvesteerd.
© CongoForum, 07.06.24 (em)
Beeld – bron: Radio Okapi