03.02.16 Human Rights Watch over Democratische Republiek Congo in 2015

In het oosten van het land veranderde de veiligheidssituatie snel. Verschillende gewapende groepen voerde dodelijke aanvallen uit op burgers, terwijl de overheidstroepen ook ernstige misdrijven begingen.

Vrijheid van expressie en vreedzame samenkomst

In januari 2015 hebben de veiligheidsdiensten vreedzame betogingen in de hoofdstad Kinshasa en andere steden brutaal onderdrukt. De betogers waren tegen de voorgestelde veranderingen aan de kieswet die een nationale telling wou voor de verkiezingen; daarmee zou Kabila enkele jaren langer aan de macht kunnen blijven.
De politie en de Republikeinse Garde schoten 38 betogers neer in Kinshasa en 5 in Goma, in Oost-Congo. Tientallen betogers raakten gewond en zeker 5 mensen verdwenen in Kinshasa. Kort nadat een politieke delegatie van de oppositie en het middenveld de gewonde betogers had bezocht in het Algemeen Ziekenhuis van Kinshasa op 21 januari, kwam de Republikeinse Garde het ziekenhuis binnen en begon ze luk raak in het rond te schieten; zo werden minstens 3 bezoekers gewond.

In de aanloop naar de betogingen haalde de overheid 2 televisiestations uit de ether die opgeroepen hadden om te betogen: Canal Kin Television (CKTV) en Radio Television Catholique Elykia (RTCE). RTCE ging opnieuw open in juni, terwijl CKTV nog steeds gesloten is op het moment dat deze tekst geschreven wordt, de overheid sloot ook de sms-diensten en internet af gedurende een aantal dagen.

Dezelfde week arresteerden de veiligheidsdiensten een tiental prominente politieke leiders en activisten. De meesten werden eerst opgesloten door de nationale inlichtingendienst (ANR) en zaten weken of maanden vast zonder in staat van beschuldiging te zijn gesteld en zonder toegang tot advocaten of familieleden. In maart arresteerde de ANR ongeveer 30 jonge  activisten en anderen die een workshop in Kinshasa bijwoonden om het democratische proces te promoten.

Mensenrechtenverdediger Christopher Ngoyi, de jonge activisten Fred Bauma en Yves Makwambala en de politieke leiders Jean-Claude Muyambo, Ernest Kyaviro en Vano Kiboko zitten nu nog altijd vast in de centrale gevangenis van Kinshasa. Op 14 september werd Kiboko tot 3 jaar cel veroordeeld wegen rassenhaat, tribalisme en het verspreiden van valse verklaringen. Op 18 september werd Kyaviro veroordeeld tot drie jaar gevangenis wegens het provoceren en ophitsen van de bevolking tegen de centrale overheid. Er vonden politiek gemotiveerde processen plaats.

In Goma werden in maart en april minstens 15 activisten van de jongerenbeweging LUCHA beweging opgepakt en later vrijgelaten, zij waren vreedzaam aan het betogen tegen de opsluiting van hun collega's in Kinshasa. Sommigen beweerden dat de inlichtingendiensten hen sloegen en martelden door ‘waterboarding’. In september werden vier van hen veroordeeld voor het promoten van burgerlijke ongehoorzaamheid. Zij kregen 6 maanden cel met uitstel en 12 maanden voorwaardelijke vrijheid. Twaalf anderen werden gearresteerd bij vreedzame protesten van LUCHA op 28 november in Goma. Negen activisten blijven in de cel onder wie 2 activisten van LUCHA.

Op 15 september was er een bijeenkomst van de oppositie in Kinshasa. De machthebbers en de inlichtingendiensten huurden een groep dieven in om met stokken en staven te slaan op de demonstranten. Tientallen betogers liepen verwondingen op. De politie trad pas op toen de betogers zich tegen hun aanvallers keerden. Eén van de aanvallers werd zo hevig geslagen dat hij om het leven kwam.

Zeven vooraanstaande politici de meerderheid van Kabila, bekend als de G7, schreven op 14 september een brief naar de president en riepen hem daarin op om genoegen te nemen met twee ambtstermijnen. Nadien omsingelden de veiligheidsdiensten hun huizen; hun achterban werd geïntimideerd, en de autoriteiten sloten een radiostation van Christophe Lutundula, één van de auteurs van de brief.

Aanvallen op burgers door gewapende groepen

Tientallen gewapende groepen bleven actief in Oost-Congo. Zij zijn verantwoordelijk voor oorlogsmisdaden, met inbegrip van etnische massamoord, het doden van burgers, verkrachtingen, het ronselen van kindsoldaten en massaslachtingen.

In februari begon het leger aan een militaire operatie tegen de FDLR-rebellen. De FDLR zijn verantwoordelijk voor sommige van de ergste wandaden die in de voorbije tien jaar in Oost-Congo werden begaan.

De VN-vredesmacht (Monusco) had geholpen om de militaire operatie te plannen. Maar ze keerden die operatie de rug toe toen de Congolese regering twee generaals aanduidde om de operatie te leiden: generaals die werden beticht van schendingen van de mensenrechten. Het leger legde toen de samenwerking met de VN-blauwhelmen stil. De militaire leider van de FDLR, Sylvestre Mudacumura, bleef zo in vrijheid. Hij wordt gezocht door het Internationaal Strafhof.

In Beni (Noord-Kivu) bleven onbekende soldaten sporadisch slachtingen aanrichten onder de bevolking. Tientallen mensen werden vermoord. In de provincie Ituri was het FRPI verantwoordelijk voor schendingen van de mensenrechten, onder meer verkrachtingen en massamoorden. In Rutshuru (Noord-Kivu) werden tientallen burgers voor losgeld ontvoerd door bandieten en gewapende groepen.

In Nyunzu, in het noorden van het voormalige Katanga, vielen etnische Luba soldaten een kam voor vluchtelingen aan op 30 april. De soldaten vermoordden op zok, minst 30 burgers van de Batwa (pygmeeën). Eerder waren Lubamilities fel aangevallen door de Batwa.

Justitie

Mathieu Ngudjolo, de eerste verdachte om te worden vrijgesproken door het internationaal strafhof (ICC), keerde terug naar Congo op 11 mei. Op 2 september opende het ICC een zaak tegen Bosco Ntaganda, die beschuldigd wordt van 18 oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in Ituri in 2002 en 2003. De rechter bij het ICC verklaarde dat het Strafhof de situatie in Congo blijft onderzoeken.

Op 19 december werden de rebellenleiders Germain Katanga en Thomas Lubanga veroordeeld door het ICC. Ze keerden terug naar Congo om de rest van hun straf uit te zitten in Kinshasa. Katanga wordt verdacht van nationale oorlogsmisdaden in Congo waarvoor hij werd aangeklaagd voor hij naar het ICC was overgebracht.
Een rechtbank in het Duitse Stuttgart veroordeelde op 28 september Ignace Murwanashyaka en Straton Musoni tot respectievelijk 13 en 18 jaar gevangenis. De eerste was de voorzitter van de FDLR, de tweede was de ondervoorzitter. Murwanashyaka werd schuldig bevonden aan oorlogsmisdaden bij vijf FDLR-aanvallen in Oost-Congo en aan het leiden van een terreurorganisatie. Musoni werd schuldig bevonden aan het leiden van een terreurorganisatie. Hij werd wel vrijgesproken in verband met mogelijke oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.

Van 27 april tot 2 mei hield het Congolese ministerie van Justitie en Mensenrechten in Kinshasa een grote conferentie om het programma voor de hervorming van het gerecht te evalueren. Op de conferentie werden prioriteiten voorgesteld voor hervormingsmaatregelen. Het ging onder meer om de uitbouw van speciale gemengde kamers om oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, gepleegd sinds 1990, te behandelen.

In augustus  behandelden rechters in Lubumbashi het dossier van 34 leden van de Luba en de Batwa uit het noorden van Katanga. Zij waren aangeklaagd wegens misdaden tegen de menselijkheid en genocide.

FRPI-leider Justin Banaloki, alias ‘Cobra Matata’, werd op 2 januari gearresteerd in Bunia. Hij werd aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Maar hij is nog niet voor de rechter gekomen.

Ntabo Ntaberi Sheka wordt dan weer in Congo gezocht wegens misdaden tegen de menselijkheid en wegens een massaverkrachting in 2010 (bijna 400 personen). Hij is nog altijd niet gevonden. Zijn strijders blijven ernstige misdaden begaan.

Tot nader order ziet het er niet naar uit dat de verantwoordelijken voor de executie van minstens 51 jonge mannen en kinderen en de verdwijning van 33 anderen voor de rechter kunnen worden gebracht. Bij de politie-operatie Likofi in Kinshasa (november 2013 – februari 2014) stierven of verdwenen heel wat mensen. En bij de demonstraties in januari  werden mensen uit de weg geruimd.

De Congolese overheid legde het massagraf in Maluku niet open. In dat graf waren op 19 maart 421 lijken begraven. Nabestaanden van de slachtoffers eisten op 5 juni dat de lijken zouden worden opgegraven. Ze richtten zich daarbij tot de openbare aanklager.

Internationale spelers

In februari 2013 tekenden 11 Afrikaanse landen een ‘kaderakkoord’ om een einde te maken aan de rebellie van M23, een gewapende groepering die werd gesteund door Rwanda. Nadien tekenden nog eens twee landen het akkoord, dat ook ging over andere regionale veiligheidskwesties. De uitvoering van dit akkoord boekte een beetje vooruitgang.

M23 werd verslagen in november 2013. Heel wat ex-strijders en –bevelhebbers van de groepering verblijven in Oeganda of Rwanda. Onder hen ook 6 officieren die door Congo worden gezocht voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Tegen deze officieren werden door de VN en de VS sancties afgekondigd.
Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken wees in juli Thomas Perriello aan als nieuwe speciale gezant van de VS voor de DR Congo en de Grote Meren. Perriello volgde in dit functie Russ Feingold op. Volgens Perriello en andere Amerikanen moet Congo de verkiezingen op het voorziene tijdstip laten plaatsvinden om nieuw geweld, repressie en instabiliteit te vermijden.

De aanhouding van pro-democratie activisten werd scherp veroordeeld door de VN, de VS en Europese landen. In juli keurde het Europees Parlement een urgente resolutie goed waarin de onmiddellijke vrijlating van deze activisten werd geëist en waarin elke politieke repressie werd veroordeeld.

In oktober duidde VN-topman Ban Ki-moon de Afrikaan Maman Sidikou aan als nieuwe speciale vertegenwoordiger van de VN voor Congo en baas van Monusco. Maman Sidikou was vroeger de minister van Buitenlandse Zaken in Niger. Hij volgde bij Monusco Martin Kobler op. Sidikou zal zijn best moeten doen opdat Monusco mee waakt over de mensenrechten en over de handhaving van de wetten in de woelige verkiezingstijden die eraan komen.

Bron: Human Rights Watch, januari 2016

Vertaald door Willemjan Vandenplas voor CongoForum.
 
 
 

Leave a Comment

You must be logged in to post a comment.