‘Mijn Congo’ (boekbespreking door Jef Abbeel)

Bart Demyttenaere.

De schrijver werd geboren in Albertstad/Kalemie, Congo in 1963. Hij vertelt hoe Congo het leven van zijn grootoom (rond 1880), van zijn vader en van hemzelf heeft beïnvloed. Tijdens het bewind van Mobutu was hij onderwijzer in Bunia en in Lubumbashi (1986-1990). Dit boek schreef hij in de stille Benedictijnenabdij van Zevenkerken (Brugge).

In deel I vertelt Demyttenaere over zijn vader. Die vertrok in het woelige jaar 1959 op zijn 27ste naar Congo als agent van een katoenfirma. Hij leerde snel Kiswahili en voelde zich zeer goed thuis in zijn nieuw land. De Belgische gezondheidszorg en het basisonderwijs waren er beter dan in de Britse en Franse kolonies, maar de middelbare school en de universiteit werden volgens de schrijver pas na 1955 toegankelijk voor Congolezen. Dat klopt niet: de universiteit van Lovanium, destijds de mooiste van heel Afrika, opende al in 1954: toen waren er dus al genoeg Congolezen afgestudeerd in het middelbaar onderwijs. En er waren al hogescholen, o.a. in Thysstad, het huidige Mbanza Ngungu.

In 1960 zaten 763 Congolezen aan de universiteit en waren er maar een paar afgestudeerd (p. 26). Lumumba en zijn aanhangers zorgden voor onrust bij de onafhankelijkheid. De evacuatie uit Congo verliep voor vele Belgen met doodsangsten. Tijdens die korte periode in Brussel leerde Barts vader zijn toekomstige vrouw kennen. Daarna waagde hij het terug te keren naar Congo, waar volop gemoord werd door allerlei milities. Op 31 december 1961 vielen soldaten van Mobutu binnen in het klooster van Kongolo. 21 van de 23 Belgische paters, die daar scholen hadden, werden vernederd, gefolterd en afgeslacht. In 1962 verergerden de anarchie, de plunderingen en het geweld. In 1963 werd de schrijver geboren in Albertstad. In 1964 keerde zijn vader met zijn gezin terug naar België, zeer tegen zijn zin.

In deel II beschrijft de auteur zijn ongelukkige jeugd in België en zijn tijd in Congo. Na zijn studie voor onderwijzer, mocht hij in 1986 naar Noordoost-Congo. Hij had er zeer goede contacten met de bevolking, met de pygmeeën en met de Witte Paters, minder goede met de politie en met de militairen. Hij uit veel kritiek op Mobutu, op het slechte openbaar vervoer, op de wegen vol putten, het gemiddelde tempo van 14 km per uur, de corruptie, het totale verval vergeleken met de periode voor 1960. Hij onthult hier ook veel details over de slechte relatie met zijn ouders. In mei 1990 liet Mobutu in Lubumbashi op betogende studenten schieten: volgens de ene bron vielen er ruim 100 doden, volgens een andere 80, volgens hem welgeteld 1 (p. 198-199). In juni 1990 verbrak Mobutu de relaties met België en moesten alle coöperanten Zaïre verlaten. Dat waren er duizenden, onder wie de auteur. Gevolg: al hun werk viel stil, vele Zaïrezen bleven ontredderd en werkloos achter.

Dan maakt Demyttenaere een sprong in de tijd naar zijn oudoom, die in 1879-1882 in opdracht van Leopold II ervoor zorgde dat Stanley soldaten, wapens en stoomboten had, waardoor deze heel het bekken van de Congostroom kon koloniseren. De schrijver beweert dat Leopold II miljoenen doden veroorzaakte, maar wellicht ligt het juiste cijfer onder 0,5 miljoen en waren er vele doodsoorzaken.

In 2017 reisde hij twee keer terug naar Congo, waar hij de eerste keer onder andere Lubumbashi en enkele missieposten bezocht. Hij toont grote bewondering voor het enorme werk van de missionarissen. De katholieke kerk is het enige instituut dat in Congo nog functioneert. De lagere scholen zijn nu helaas niet meer gratis: de overheid betaalt de leraren niet meer, dus moeten de ouders 100 dollar geven, wat onmogelijk is voor de meesten die slechts 220 dollar per jaar verdienen (p. 272). Het analfabetisme neemt dus snel toe. Overal is er verval. Jongeren die toch een hoog diploma halen, hebben de keuze tussen bedelaar, straatverkoper of taxichauffeur. En dan zijn er de dagelijkse wreedheden in Oost-Congo: ongeboren baby’s worden met kapmessen uit de buik van de moeders gehakt, kinderen worden onthoofd, jonge meisjes op wrede wijze verkracht en dan met speren en machetes afgemaakt (p. 274). De auteur noemt de daders niet: ik vermoed dat het allerlei soorten rebellen zijn.

Duurbetaalde medewerkers van Oxfam, Unesco, UNO e.a. kijken toe en doen zo goed als niets voor de arme bevolking. Enkel de hulp via kleine organisaties komt bij hen terecht. De boskap om den brode heeft rampzalige gevolgen voor het regenwoud en het klimaat wereldwijd. President Kabila maakt het internet bewust onmogelijk of onbetaalbaar voor scholen. Die werken dan ook nog met boeken uit 1968 (p. 331-334).

Bij zijn tweede reis naar Congo in 2017 had de auteur de bedoeling om samen met Congolezen een boek te schrijven ‘Congo Voor Beginners’, maar daar horen we nadien niets meer van. Er was weer grote hongersnood in de Kasaï door het vele geweld. In Oost-Congo bezocht hij het Virungapark, sinds 1925 het eerste nationaal park van heel Afrika. Het blijft overeind dank zij de Belgische prins Emmanuel de Merode, die in 2014 door stropers bijna doodgeschoten werd. In 2017 werden 12 van zijn parkwachters vermoord. Demyttenaere ontmoet weer vele toffe Congolezen, maar ook gewetenloze en op geld beluste machthebbers, genadeloze vlooien en tienduizenden interne vluchtelingen.

De auteur heeft een zeer vlotte schrijfstijl en een heel rijke woordenschat. De vooral negatieve onthullingen over zijn familie had hij misschien beter weggelaten. En hij had zijn verhaal meer chronologisch mogen ordenen, dus beginnen met zijn oudoom. Hij had zich ook wat meer mogen inleven in de Congolese cultuur, maar dat is blijkbaar niet zo eenvoudig. Nu komt hij soms paternalistisch over.

Soms staan er drukfoutjes of taalfoutjes in: ‘objectief’ (p. 18) is doel in het Nederlands; jul (p. 39) moet juli zijn; aan stuk (p. 65) moet zijn: aan één stuk; de jonge toerist Alexander De Croo was in april 1988 geen 15, maar 12 jaar oud; dubbel zo lang ‘dan’ (p.211) moet ‘als’ zijn; idem voor even belangrijk ‘dan’ (p. 261). ‘1812’ (p. 213) is fout, want Leopold II werd pas in 1835 geboren. De Conferentie van Berlijn dateert Demyttenaere van ‘1885 tot 1886’ (p. 217) i.p.v. 1884-1885. Hoewel Stanley een fervent tegenstander was van de Arabische slavenhandel en zich vaak heel positief uitlaat over de Afrikanen, krijgt hij van de auteur het verwijt ‘racisme’ (p. 216), omdat hij het woord ‘neger’ gebruikt, maar dat had in 1879 nog lang niet de negatieve bijklank van de laatste decennia.

Op p. 231 schrijft hij de volgende onzin: ‘Uit angst voor een oorlog met de Sovjet-Unie verhuisden honderden Belgen naar Congo en de meesten werden er schatrijk’: er werden in België wel schuilkelders gebouwd, vooral in de jaren ’60 na de onafhankelijkheid, maar niemand ging uit angst voor een oorlog naar Congo en het aantal dat er schatrijk werd, was in de minderheid. Vervangen is remplacer in het Frans, niet ‘emplacer’. ‘Geraken’ (p. 328) moet raken zijn. Allemaal (foute) details dus in een verder zeer leesbaar boek.

Referentie:

ISBN 978 94 6267 141 6; Uitgeverij EPO, Antwerpen, september 2018

Paperback; 22 x 15 cm; 419 p., kaarten, foto’s, woordenlijst, bibliografie, register

29,90 euro

© Jef Abbeel

www.jefabbeel.be

Leave a Comment

You must be logged in to post a comment.