Tshisekedi, de gebroken beloftes (Walter Zinzen)
(Opinie)
BRUSSEL – Het oosten van Congo blijft ook onder president Félix Tshisekedi geteisterd door geweld, corruptie en chaos. Walter Zinzen heeft weinig hoop op beterschap.
Toen Félix Tshisekedi een jaar geleden beëdigd werd als president beloofde hij een einde te maken aan de niet-aflatende onveiligheid in het oosten van Congo. Naar schatting vijftig tot zestig milities zaaien daar nu al meer dan twintig jaar dood en verderf. De bevolking in dat deel van Congo vergaf Tshisekedi dat hij president was geworden zonder de verkiezingen te hebben gewonnen omdat ze hoopten dat hij zou doen wat zijn voorganger Kabila had nagelaten en wat hij ook heel nadrukkelijk beloofd heeft: vrede en orde terugbrengen.
Maar ook onder Tshisekedi sterven nog steeds vele Congolezen als gevolg van geweld, maar ook van verkeersongelukken en natuurrampen, die alle te wijten zijn aan slecht bestuur, corruptie, gebrek aan onderhoud, nalatigheid …
In Congo is nu al twintig jaar een vredesmissie van de Verenigde Naties gelegerd, Monusco genaamd. De Congolese bevolking is er kwaad op, omdat ze nalaat te doen waarvoor ze gekomen is: de moorddadige milities onschadelijk maken. Toch valt er ook iets goeds te zeggen over de Monusco-missie. Ze heeft ervoor gezorgd dat er een onafhankelijke radio-omroep functioneert, Radio Okapi, die over het hele grondgebied te beluisteren valt.
Nieuws uit Beni
In Congo is het tijdperk van de transistorradio nog lang niet voorbij, integendeel. Dagelijks stuurt Radio Okapi een nieuwsoverzicht rond. Ik heb het een paar weken bijgehouden. Een betere illustratie van het falen van Tshisekedi op het gebied van veiligheid is er niet.
Hierbij een hoogst onvolledige selectie, van eind december, gefocust op het stadje Beni in de provincie Noord-Kivu, waar al vijf jaar lang een rebellengroep mensen op gruwelijke wijze vermoordt:
15 december: zes doden, vermoord door rebellen
16 december: twintig doden
17 december: twaalf doden
21 december: drie doden
23 december: drie doden
31 december: achttien doden.
Radio Okapi houdt ook ongevallen en natuurrampen in de gaten. Alweer een symptomatische selectie, van eerder deze maand:
12 januari: elf doden in de gevangenis van Bunia door gebrek aan voedsel
12 januari: vijfentwintig doden in Shuapa, na een schipbreuk met een prauw
13 januari: zeventien doden in Bukavu, na hevige regenval; en nog eens dertien doden de dag nadien
15 januari: twaalf doden in Maniema, na gevechten tussen het leger en een militie
16 januari: zes politieagenten gedood bij een aanval op het commissariaat in Irumu, in de provincie Noord-Kivu.
En dan, eindelijk, ook een hoopvol nieuwsbericht uit Beni: op 16 januari heeft het leger er het hoofdkwartier van de rebellen ingenomen. Daarbij kwamen veertig rebellen om.
Dit zou het einde moeten betekenen van de terreur in Beni, maar enige scepsis is verantwoord. De moorden zijn het werk van een militie die uit het buurland Uganda komt, onder de naam Allied Democratic Forces (ADF).
Hardnekkige geruchten willen dat het om jihadisten gaat. Maar de plaatselijke bevolking hecht daar geen geloof aan. Die ADF bestaat volgens lokale bronnen al lang niet meer uit Ugandezen alleen, maar ook uit andere buitenlanders en uit Congolezen.
De echte baas: Kabila
De lokale inwoners staan bekend als heftige tegenstanders van oud-president Joseph Kabila. Bij de verkiezingen haalde oppositiekandidaat Fayulu er gigantische cijfers. Ze zijn er dan ook van overtuigd dat Kabila zelf, of toch zeker zijn omgeving, mede achter de ADF zitten.
Velen denken zelfs dat de ebola-epidemie, die in hetzelfde gebied woedt, het werk is van Kabila, om zich te wreken op het weerspannige Beni. Vandaar dat gezondheidsposten waar ebola-patiënten verzorgd worden, vaak aangevallen en zelfs vernietigd worden.
Bijgeloof en fictie scheiden van de werkelijkheid is in deze omstandigheden geen makkelijke klus. Dat president Tshisekedi er tot nu toe niet in geslaagd is de rust te doen terugkeren in Beni en bij uitbreiding in het hele oosten van Congo, bewijst voor menig Congolees dat Kabila nog altijd de echte baas is van het land. Ongetwijfeld een correcte conclusie.
Tshisekedi probeert terug te slaan. Hij heeft ermee gedreigd Kabila-getrouwe ministers te ontslaan en zelfs het parlement, waar de Kabila-partijen een absolute meerderheid hebben, te ontbinden.
Hoe hij dat zal doen, is een raadsel. Tshisekedi is immers bijzonder weinig op zijn bureau te vinden. Hij doet zijn bijnaam van président voyageur alle eer aan. Hij reist letterlijk de hele wereld af, maar komt nauwelijks aan regeren toe.
Toch heeft de man ook zijn verdiensten. Hij heeft politieke gevangenen vrijgelaten, de relaties met België hersteld en beloofd het onderwijs gratis te maken. De financiering ervan zal dan wel uit het buitenland moeten komen. De Wereldbank heeft al een miljard dollar toegezegd.
De oppermachtige ANR, de Congolese versie van de Gestapo, die nog steeds onder controle staat van Kabila, sluit intussen nog steeds journalisten, mensenrechtenactivisten en tegenstanders van Kabila wederrechtelijk op.
Tshisekedi kijkt toe vanuit één of andere hoofdstad elders op de planeet.
Walter Zinzen, 27.01.20
(Deze opiniebijdrage verscheen ook in de krant De Standaard)
Beeld: Walter Zinzen
Bron: StampMedia