De geest van Congo verdient een rustplaats (Alphonse Muambi)
(Opinie)
De Congocommissie moet een Belgisch probleem oplossen, schrijft de Congolees-Nederlandse auteur Alphonse Muambi: de institutionele knie op de nek van jonge Afro-Belgen. Zolang Leopold II niet is berecht, blijft Congo een jungle van straffeloosheid.
In 2010 zei ik in het programma Terzake dat de geschiedenis van Congo te vergelijken was met de geest van een dode die nooit zijn rustplaats had gekregen. Ik zat er om Congo, een geschiedenis, het boek van David Van Reybrouck te bespreken.
Nu, tien jaar later, is op bestelling van het parlement een commissie uit de schoot van het AfricaMuseum getoverd, om à la Zuid-Afrika, met historische feiten in de hand, België te verzoenen met zijn koloniale verleden. Zeventien Kamerleden, tien experts en vier vertegenwoordigers van de diaspora buigen zich over die kwestie. Wordt die rustplaats nu eindelijk wel gegund aan de geschiedenis van Congo?
De directe aanleiding was de moord op de zwarte Amerikaan George Floyd in de VS. Een witte politieagent drukte zijn knie op de nek van Floyd. ‘Ik kan niet ademen’, waren de laatste, tragische woorden van George Floyd. En die woorden klonken wereldwijd door in een tsunami van demonstraties. Van New York tot Londen, van Amsterdam tot Brussel … De wereld was in rep en roer. Duizenden mensen van alle kleuren stonden op om een halt toe te roepen aan de institutionele, racistische knie op zwarte mensen.
Want zij kunnen niet meer ademen. Niet op de arbeidsmarkt, niet op school, niet op de woningmarkt. Elk standbeeld dat symbool stond voor die racistische knie moest het ontgelden. Zo ook het standbeeld van koning Leopold II.
De oorzaken van die institutionele knie zijn slavernij en kolonialisme. Ik noem dat barbarisme. Wat demonstranten vragen is eenvoudig: doe normaal, wees een beschaafd land waar iedereen gelijke rechten heeft.
Op 30 juni vierde Congo 60 jaar onafhankelijkheid. Koning Filip stuurde een brief met zijn ‘sorry’ aan de Congolese president Félix Tshisekedi. In Nederland werd ik door media uitgenodigd om te vertellen wat die koninklijke ‘sorry’ voor de Congolese bevolking betekende. Ik vroeg mij tijdens die uitzending af of het een cosmetische ‘sorry’ was om de rust in de koninklijke tent te bewaren. Of was het een ‘sorry’ die de deur op een kier zette voor meer berouw? Of was het een ‘sorry’ die als verdovingsmiddel zou werken om de tienduizend demonstranten in België te kalmeren?
Ik vind de verontschuldiging een mooi begin dat tot berouw zou moeten leiden. Want met berouw toon je aan dat je werkelijk spijt hebt van wat er in het verleden is gebeurd. Maar zit Congo wel op berouw te wachten?
Mooi koloniaal ziekenhuis
In dat licht sprak ik met de Congolese politicoloog Freddy Mulumba en historicus Mathieu Zana Etambala via mijn Youtube-kanaal Muambi International Network. Mulumba woont in Congo, Etambala in België. Mulumba vindt dat de discussie in België een interne Belgische aangelegenheid is en dat Congo zelf een manier moet vinden om met het koloniale verleden om te gaan.
Hij vindt dat zolang de misdaden door Leopold II in zijn Congo Vrijstaat niet zijn onderzocht en Leopold II niet is berecht, Congo een jungle van straffeloosheid blijft waar elke politicus misdaden normaal vindt. Volgens hem moet Leopold II postuum berecht worden. Dat vind ik ook.
Het gesprek met Etambala daarentegen liep niet zo vlot als ik had verwacht. Hij was minachtend over zijn land van herkomst. Hij koesterde de mooie koloniale tijd, de tijd waarin bussen op elektriciteit reden, wegen begaanbaar waren en ziekenhuizen prima waren. Zo zei hij dat het Mama Yemo-ziekenhuis, waar hij vijf jaar voor de onafhankelijkheid geboren was, er nu uitziet als een ziekenhuis voor varkens.
Ik heb ervoor gekozen het gesprek niet uit te zenden. Ik was op zoek naar iemand die de jongeren zou inspireren, iemand die de waardigheid van de mens hoger inschat dan mooie koloniale ziekenhuizen.
Toch is Etambala een van de gelukkigen die in de expertengroep zit. Samen met negen anderen zal hij de waarheids- en verzoeningscommissie adviseren over hoe om te gaan met het koloniale verleden. De commissie kan ook af en toe vier mensen van de diaspora raadplegen.
Voorbeeldland
Hier begint al de segregatie, de knie. Waarom zijn die vier geen volwaardig deel van de commissie? Gaat het hier om het herschrijven van de geschiedenis of wat je met die geschiedenis moet doen? Wil je de historische waarheid of wil je verzoening? Hoe kun je verzoening bereiken zonder jonge Afro-Belgen, die de afgelopen jaren hun nek hebben uitgestoken voor de dekolonisatie in België, bij de commissie te betrekken? Waarom wordt niet naar Nadia Nsayi geluisterd? Zij is geselecteerd voor de expertengroep, maar liet weten dat ze niet wenst deel te nemen. Ze staat haar zitje graag af aan vertegenwoordigers van de diaspora-organisaties: ‘Zij verdienen het om als echte experts erkend te worden.’
Deze kwestie is een interne aangelegenheid die een Belgisch probleem moet oplossen, namelijk de institutionele knie op de nek van jonge Afro-Belgen. Niettemin vind ik het een gemiste kans voor België.
Ik wil het volgende zeggen: België, de hele wereld kijkt naar u. Andere westerse landen zullen naar uw voorbeeld kijken. Doe het werk zorgvuldig. Maak de commissie inclusief. Wees niet bang voor ruzie, wees niet bang voor andersdenkenden. Zie erop toe dat de geschiedenis van Congo eindelijk haar rustplaats krijgt. Ik vertrouw op uw wijsheid.
Alphonse Muambi, 18.07.20
Dit opiniestuk verscheen ook in de krant De Standaard. CongoForum neemt de tekst over met toestemming van de auteur.
Beeld: een bus in Leopoldstad in de jaren 1950
Bron: Kosubaawate