Ontbossing brengt levenswijze Aka-pygmeeën in gevaar (CongoForum)

KINSHASA – “Wij leven hier alleen met de bomen die nog overblijven”. Dat vertelt Eugène Omokomi, die denkt aan zijn deel van het regenwoud in Mbata, dat in belangrijke mate is verwoest door industriële bosontginning en clandestiene houtkap. Eugène, een pygmee van 55, leeft sinds zijn jeugd in Mbata, in de streek van Lobaye, op 110 km ten zuiden van Bangui, de hoofdstad van de Centraal-Afrikaanse Republiek.

Bijna 40% van de mensen in Mbata zijn pygmeeën, plukkers en jagers die als minderheid nu niet bepaald eerlijk worden behandeld. In het woud vonden ze vroeger in principe alles wat ze nodig hadden. Sinds een aantal decennia leven deze pygmeeën in dorpen en steden, maar het samenleven met andere bevolkingsgroepen verloopt eerder stroef, constateren Actualité.cd en persagentschappen.

De Aka-pygmeeën worden geregeld gediscrimineerd. Ze zijn straatarm en wonen dikwijls in armzalige hutten. Volgens schattingen uit 2018 zouden er nog 100.000 Aka-pygmeeën wonen in de regenwouden van de CAR, de DR Congo en Congo-Brazzaville. Maar hun levenswijze komt in gevaar door de ontbossing.

Volgens Global Forest Watch verloor de Centraal-Afrikaanse Republiek tussen 2001 en 2021 zo’n 193.000 hectare primair regenwoud. In de streek van Mbata verslechterden de leefomstandigheden van de Aka sinds de komst van diverse bedrijven in de jaren 1980. In de jaren 1940 werden deze pygmeeën al door de Franse kolonisator verplicht om zich vast ergens te vestigen.

Traditiegetrouw plukten de Aka vruchten uit bomen, verzamelden ze wilde groenten of zochten ze naar rupsen. Nu een deel van het woud gekapt is, komt dit alles in gevaar, aldus Eugène Omokomi.

Wilde groenten

Pauline Ndakpema (70) herinnert zich nog hoe haar familie vroeger in het woud leefde. “Ik vond toen gemakkelijk wilde groenten zoals de ‘yetoum’. Maar nu is dat veel zeldzamer geworden. » Het is nu veel moeilijker om bepaalde wortels te vinden of wild te vangen. “Wild zien we niet meer in de buurt van ons kampement”, aldus Pauline.

« Vroeger kon ik mijn akkertje gewoon achter mijn huis bewerken”, gaat ze voort. Nu is de bodem veel armer geworden. De ontbossing draagt ook bij tot de klimaatopwarming. Soms zit Pauline wel vijf dagen lang zonder eten. Haar familie trekt dan diep het woud in, om daar op wild te jagen.

Op enkele honderden meters van het kampement liggen grote aantallen planken en bomen die werden gekapt door clandestiene houthakkers. “De enige manier waarop we kunnen overleven”, vertelt één van de houthakkers. “Wij werken alleen ‘s nachts.”

Boer Paul Mbambali weet dat er ook bomen met geneeskrachtige eigenschappen worden gekapt wanneer mensen ziek worden. “Geld om naar het ziekenhuis te gaan, hebben we niet.”

Het ministerie van Waters en Wouden heeft naar verluidt te weinig mankracht en voertuigen om de clandestiene houtkap genoeg te bestrijden.

Uitwijken naar één van beide Congo’s

Lopez Dacko is voorzitter van een ‘Alliantie’ die het opneemt voor de cultuur en de ontwikkeling van de Aka-pygmeeën. Hij stelt vast dat sommige pygmeeën zich genoodzaakt zien om uit te wijken naar Congo-Brazzaville of de DR Congo. “Ze steken de Ubangi-rivier over om daar dan wouden met meer bomen te vinden”, aldus Dacko, die ziet dat de Aka-gemeenschap in Mbata kleiner aan het worden is.

Irack Mayewokoa is de voorzitter van een dorpscomité dat de natuurlijke rijkdommen wil beschermen. Hij heeft een boomkwekerij. Irack giet water op honderden kleine boompjes, waaronder de Sapelli. “Die boom heeft een eeuw nodig om groot te worden”, weet hij. “Wij hebben meer dan 3.000 planten om aan herbebossing te doen. Maar we hebben ook te weinig geld voor ons project.”

© CongoForum, 06.04.23 (db)

Beeld – bron: Ubangi-rivier, Radio Okapi/Caniche Mukongo

Leave a Comment

You must be logged in to post a comment.