Katanga: houthakkers vragen opheffing verbod om roodhout te kappen (CongoForum)

LUBUMBASHI – De vereniging van houthakkers en ambachtelijke bosexploitanten van Katanga heeft woensdag opgeroepen om het verbod op de kap van roodhout op te heffen. De regering nam deze voorzorgsmaatregel in 2017.

De houthakkers vinden dat het verbod bijna zes jaar later moet worden opgeheven, maar in combinatie met maatregelen om toezicht te houden op de houtkap.

Het besluit van de regering was geïnspireerd door het misbruik en de fraude bij het kappen van deze houtsoort door buitenlanders en burgerlijke en militaire autoriteiten die hiervoor geen toestemming hadden gekregen.

In een interview met Radio Okapi wijst de voorzitter van de vereniging van houthakkers van Katanga erop dat de verkoop van roodhout voor het land inkomsten zou kunnen opleveren. Het enige dat nodig is, is dat de regering deze activiteit aan de nodige regels onderwerpt.

Roodhout, dat de handelsnaam Padouc draagt, komt voor in Haut-Katanga, meer bepaald in Kasenga, Kambove en Sakania. In Sakania is het schaars. Het is meer te vinden in het bos van Myombo.

Nadat een aantal publieke figuren de onrechtmatige en frauduleuze kap van deze soort aan de kaak hadden gesteld, werd de exploitatie ervan in 2017 verboden. Sindsdien heeft de overheid geen kapvergunningen meer afgegeven.

De reguliere houthakkers wachten nog altijd op de opheffing van deze maatregel, die lang op zich laat wachten. Ze begrijpen niet waarom de regering het kappen van deze boomsoort toestaat in andere delen van het land.

Roodhout wordt gewaardeerd om zijn sterkte, hardheid en de manier waarop het in artistieke producten gebruikt wordt. De belangrijkste exportbestemming is Azië, vooral China.

© CongoForum, 19.10.23 (db)

Beeld – bron: Association des exploitants forestiers et artisanaux du Katanga/Radio Okapi