De Democratische Republiek Congo (AFP)
Het conflict in Congo woedde van augustus 1998 tot december 2002. De oorlog nam voor Afrikaanse begrippen een ongeziene omvang aan. De Congolese regeringstroepen kregen steun van Angola, Namibië en Zimbabwe. In het oosten waren er rebellenbewegingen die konden rekenen op de steun van Rwanda, Oeganda en Burundi. De oorlog kostte 3,5 miljoen mensenlevens (als gevolg van geweld, hongersnood en ziektes).
GEOGRAFISCHE SITUATIE:
Congo is het meest uitgestrekte land in Centraal-Afrika (2.345.000 vierkante kilometer). In het noorden grenst het land aan de Centraal-Afrikaanse Republiek en Soedan, in het oosten zijn Oeganda, Rwanda, Burundi en Tanzania de buurlanden. Aan de zuidkant grenst Congo aan Zambia en Angola. In het westen is er een grens met Congo-Brazzaville.
BEVOLKING:
58 miljoen inwoners, volgens een schatting van de Congolese autoriteiten.
HOOFDSTAD:
Kinshasa.
TALEN:
Frans (officiële taal), Lingala, Swahili, Tshiluba, Kikongo en overige inheemse talen.
GODSDIENSTEN:
christendom (80 procent), animisme, islam.
GESCHIEDENIS-REGIME:
Congo wordt in 1885 het persoonlijke bezit van de Belgische koning Leopold II. In 1908 wordt het land een Belgische kolonie. Wanneer Congo onafhankelijk wordt in 1960, komt de macht in handen van president Joseph Kasa-Vubu en eerste minister Patrice Lumumba.
In de jaren zestig van de 20ste eeuw woedt er een burgeroorlog na de afscheiding van diverse provincies, onder meer Katanga in het zuidoosten. Patrice Lumumba wordt in 1961 vermoord. In 1963 wordt Katanga opnieuw onder het centraal gezag gebracht.
In 1965 grijpt generaal Joseph-Désiré Mobutu via een staatsgreep de macht. Mobutu krijgt af te rekenen met twee oorlogen in Shaba (ex-Katanga), in 1977 en 1978. In 1990 wordt in het land, toen nog Zaïre, een meerpartijenstelsel ingevoerd.
In 1997 komt het Mobutu-regime ten val, na een periode van 32 jaar. Laurent-Désiré Kabila roept zichzelf uit tot nieuwe president, na een rebellie in het oosten die acht maanden lang duurde.
In januari 2001 wordt Laurent-Désiré Kabila door één van zijn lijfwachten vermoord. Zijn zoon, Joseph Kabila, wordt aangewezen om hem als president op te volgen.
Op 17 december 2002 wordt in het Zuid-Afrikaanse Pretoria een Globaal en Inclusief Akkoord voor Congo ondertekend. De tekst krijgt de steun van de gewapende en ongewapende componenten van de Congolese samenleving.
Op 2 april 2003 ondertekenen de deelnemers aan de intercongolese dialoog de slottekst van hun beraadslagingen en een grondwet. Een Congolese overgangsregering treedt op 30 juni 2003 aan.
In mei 2005 keurt het Congolese parlement een ontwerp van grondwet goed. Over die grondwet wordt op 18 december 2005 bij referendum gestemd. Een eerste stap in een verkiezingsproces dat tegen 30 juni 2006 moet worden afgerond. Midden 2006 moet in principe een eind komen aan de politieke overgangsperiode of transitie.
ECONOMIE:
Landbouw (maniok, koffie).
Groot potentieel in de mijnsector (koper, kobalt, zink, uranium, coltan, zilver, goud en diamant).
De mijnsector verschrompelde aanzienlijk aan het begin van de jaren negentig, vooral door een gebrek aan investeringen. Grote plunderingen in 1991 en 1993 doen het economische weefsel in Congo voort aftakelen. In 2003 draaiden de grote koper-, kobalt- en zinkmijnen in Katanga nog maar op 10 procent van hun capaciteit.
Sinds het uitbreken van de oorlog kreeg Congo af te rekenen met een ongeziene economische recessie. De oorlog eiste 80 procent van alle inkomsten op. In 2005 wordt 58 procent van de staatsbegroting( 1,7 miljard dollar) gefinancierd op basis van steun uit het buitenland. Meer dan 80 procent van de Congolese economie is momenteel "informeel". In oktober 2005 schatte het Internationaal Muntfonds (IMF) dat Congo dit jaar meer dan 6 procent economische groei zal optekenen. De inflatie zou dit jaar rond de 22 procent bedragen.
De publieke dienstverlening (ziekenhuizen, onderwijs) werd slechts in zeer beperkte mate in ere hersteld. Meer dan 75 procent van de Congolezen moet dagelijks overleven met minder dan 1 dollar en heeft geen toegang tot drinkwater.
Bruto Binnenlands Product (BBP): 113 dollar per inwoner in 2004
(Centrale Bank van Congo)
Buitenlandse schulden:
12 miljard dollar in 2005
(Wereldbank)
LEGER:
Volgens een telling, die nog bezig is, zouden er circa 150.000 manschappen zijn. Het lukte al een groot aantal fictieve militairen uit de statistieken te schrappen. In 1999 werd een VN-vredesmissie (Monuc) in het leven geroepen, die moest toezien op de naleving van het staakt-het-vuren dat op 7 juli 1999 in Lusaka werd ondertekend. Het mandaat van Monuc werd nog versterkt na de lancering van het transitieproces. Dit mandaat is verlengd tot 30 september 2006.
© AFP, 14.12.05