Verkrachting als oorlogswapen? Ja, maar het is veel erger dan dat! (Kris Berwouts)
aangeklaagd wordt, zeker nu het aantal slachtoffers van seksueel geweld in
sommige delen van Congo weer oploopt. Maar het gaat voorbij aan een tendens die
uiterst verontrustend is: in de loop der jaren werd verkrachting losgekoppeld
van het conflict en hangt het niet meer alleen af van de eb en vloed van het
geweld.
is door de burgeroorlogen in Centraal-Afrika, maar het is er wel enorm door
aangewakkerd. Toen echter de intensiteit van het geweld in Burundi vanaf 2003
afnam, bleek uit een studie van de toonaangevende mensenrechtenliga Iteka twee
jaar later dat het aantal schendingen van de mensenrechten in het grootste
gedeelte van het land spectaculair was afgenomen, maar niet het seksueel
geweld. Hetzelfde bleek ook in Congo in dezelfde periode, na de installatie van
de overgangsregering midden 2003.
het verband tussen verkrachting en conflict. In een eerste fase van de oorlog
was seksueel geweld een ontsporing van de vijandigheden. Verkrachting behoorde
tot het recht van de sterkste, die de oorlogsbuit naar goeddunken consumeerde.
Als je een dorp inneemt, dan plunder je de huizen, je slacht de geiten, drinkt
het bier en verkracht de vrouwen. Zo gaat dat.
oorlogswapen: seksueel geweld wordt doelgericht ingezet om een gemeenschap op
haar gevoeligste plek te treffen en haar totaal te ontwrichten. Niet alleen
zijn de medische, psychologische en emotionele gevolgen zwaar voor de
slachtoffers en hun familie, ook het sociale stigma is groot. Veel slachtoffers
worden verstoten door hun man of vader. Seksueel geweld creëert bovendien een
klimaat waarin vrouwen niet meer naar het veld en meisjes niet meer naar school
durven. Seksueel geweld haalt de sociale en economische cohesie van een
gemeenschap onderuit.
het conflict naar een oplossing lijkt toe te groeien, verkrachting als enige
schending van de mensenrechten niet vermindert, is bijzonder verontrustend. Het
betekent dat er iets heel erg misgaat met de waarden binnen de samenleving: het
geweld tegen vrouwen sijpelt in de loop van het conflict binnen in de cultuur.
Seks wordt iets wat je neemt als je het nodig hebt, vrouwen worden
wegwerpproducten. De daders zijn niet langer alleen strijdende partijen en
moeilijk te identificeren milities, maar wel de reguliere ordediensten en in
toenemende mate ook niet gewapende actoren: familieleden, buren, vrienden of
leraren. Slachtoffers worden ook steeds jonger. Het wijdverbreide geloof dat
seks met een maagd aids kan genezen dan wel voorkomen, versterkt deze tendens
nog.
stelt er zware straffen op. In de praktijk worden die zelden toegepast: door
een mankerende gezondheidszorg kan niet elk slachtoffer de medische verklaring
voorleggen die nodig is voor juridische stappen. Anderen ondernemen die stappen
niet door onwetendheid of sociale druk. Nog anderen laten het maar zo omdat de
zware straffen toch nooit worden uitgesproken. Het draagt allemaal bij tot het
feit dat het probleem nog niet helemaal in kaart is gebracht.
Vredesakkoord en staakt-het-vuren maken geen eind aan seksueel geweld. Landen
als Congo en Burundi moeten geholpen worden om de instrumenten van de
rechtstaat te herstellen. Een geloofwaardig, ééngemaakt en gedisciplineerd
leger bijvoorbeeld, of een goed functionerende justitie. En dit moet hand in
hand gaan met de duurzame heropbouw van gezondheidszorg en onderwijs als
belangrijke pijlers van armoedebestrijding. Maar om de sociale cohesie te
herstellen en dat seksueel geweld en het waardensysteem weer uit te krijgen,
dat zal van onderaan moeten gebeuren. De civiele maatschappij in
Centraal-Afrika en de vrouwenbeweging in het bijzonder hebben hier een
sleutelrol te spelen. De basisorganisaties en netwerken zijn er al, de sterke
leidersfiguren ook. Met wat begeleiding en middelen kunnen ze een heel eind
geraken.
Kris Berwouts
Directeur EurAc
EurAc is het Europees NGO-netwerk voor
politiek werk rond Centraal-Afrika